De geschiedenis van mijn bewustzijn

In 1999 kreeg in een plotseling en pulserend besef dat alles wat er fout gaat op aarde, en dus ook in de Nederlandse maatschappij, een 1 op 1 gevolg is van ‘tijden van ooit’, waarin onderdrukken de centrale kracht in alles was, en er toen dus mensen aan het stuur stonden, die wilden onderdrukken. Daaruit zijn patronen ontstaan die we alsmaar zijn blijven herhalen, en waarvan we niet eens weten dat die nog steeds met het onderdrukken te maken hebben. En die oude, steeds maar weer doorgaande, patronen zitten in iedere laag van het leven verweven. Die oude, zich herhalende, patronen zitten dus zowel in onze gedachtepatronen als in onze waarnemingspatronen als in onze handelingspatronen, in onze zelfbeleving, in onze beleving van het leven. Kortom, in alles.

In 1999 had ik het bewustzijn van de vorige alinea wel ineens, maar die alinea zelf kon ik toen echt nog niet onder woorden brengen. Laat staan dat ik de implicaties van dit plotselinge besef, van dit bewustzijn onder woorden kon brengen. Wel ervoer ik dat besef toen als een kloppende impuls in mijzelf, om te gaan zoeken wat ik normaal vind, en dat dan ook onder woorden te brengen, omdat ik besefte dat in mensen die helemaal niet de behoefte hebben om te onderdrukken, het antwoord op alles ligt verborgen.

En het ging om het woord ‘verborgen’. Het was dus niet zo dat ik dacht dat bepaalde mensen ‘de oplossing’ wisten. Ik besefte dat er een heel simpel antwoord moet bestaan, een antwoord dat duidelijk maakt hoe eenvoudig alles te veranderen is, maar dat dat antwoord in onszelf diep verborgen ligt: onbenaderbaar is gemaakt. Want dat antwoord, en alles wat daarbij hoort (er naar handelen, er naar praten, er naar kiezen), mocht er nooit zijn vanuit de oude onderdrukkersstramienen: dat antwoord zelf moest nou juist onderdrukt blijven, en alle oude patronen zouden daar altijd voor zorgen door zichzelf altijd massaal als tegenwerker op te werpen, zodra het verboden antwoord zich ook maar even zou laten zien. En die oude patronen zitten in iedereen, dus iedereen doet zelf mee met het aanleggen van ellenlange bezwaarschriften, zodra je met dat ene antwoord zou komen.

Daarmee wist ik toen het antwoord nog niet. Maar ik wist wel dat ze in mensen zoals ik verborgen ligt. En met ‘zoals ik’ doel ik op het feit dat ik heel graag wil dat iedereen zonder meer gelukkig kan zijn, en het eigen leven vanuit eigen vrijheid en eigen gekozen verbindingen kan leven. Dat mensen niet in armoede hoeven te leven. Dat vaders en moeders op eigen manieren beschikbaar kunnen zijn voor hun kinderen, niet in armoede of angst voor armoede hoeven te leven.

Dat daar dan meteen in velen een economische schreeuw tegenover komt te staan, als zou dat financieel zomaar allemaal niet kunnen, precies daarvan besefte ik dat die schreeuw inhoudelijk helemaal niet waar was. Dat die schreeuw alleen maar het oude patroon van wegduwen zelf was. Maar ja…. dat moet je dan nog maar eens zien te bewijzen tegenover zo’n beetje iedereen die die economische schreeuw dan meteen in zichzelf laat afdraaien. Een economische schreeuw die zelfs ook wordt afgedraaid in mensen die in armoede leven en verlangen naar een ander leven: ook zij dragen alle oude, aangeleerde, verklaringspatronen in zichzelf mee.

Nogmaals, al dit besef was er toen wel, maar de woorden kon ik er nog niet eens bij vinden. Bewustzijn komt in andere vormen dan woorden. Die woorden moest ik er zelf nog bij gaan zoeken. En dus kon ik alleen maar besluiten om op pad te gaan, wat voor mij betekende dat ik explorerend ging schrijven. Explorerend, zonder me wat aan te trekken van de standaard weg-verklaarders die altijd hijgerig hun plek overal opeisen.

Dit proces heeft er onder andere toe geleid dat ik in 2004 twee boeken publiceerde:

  • Nederland, hoe wil je zijn?
  • Enea, het basisinkomen.

‘Enea’ stond voor: en-nu-echt-anders.

Beide boeken hadden ‘onze waardebeleving’ als centraal punt. Ik riep iedereen op om zelf ook vanuit je waardebeleving naar alles te kijken, en dan te zien waar je op uit komt. Dus zonder de hijgerige oude patronen mee te laten kijken, die dan meteen beginnen te blèren dat dat financieel allemaal zomaar niet kan. Want ik wist zeker dat geld helemaal het probleem niet is. Ik wist zeker dat het enige probleem is dat onze gedachtengangen allemaal geconfisceerd zijn door alle oude patronen, waardoor we een aantal heel simpele dingen niet meer in staat zijn om te zien. En hoe meer we echt goed in contact komen met onze wezenlijke waardebeleving, onze wezenlijke verlangens in het samenleven, hoe dichterbij we zullen komen bij het weer zien hoe eenvoudig alles in elkaar steekt. Ik was ervan overtuigd dat in het economische geratel dat zich altijd overal mee wil bemoeien, niet echt een rationeel aantoonbare rekenwaarheid aanwezig zat die uitrekende dat het niet kon. Ik was ervan overtuigd dat dat economische geratel er alleen maar was om de mens te overdonderen. Niet vanuit ware logica of waarheden. Nee, vanuit puur het willen overdonderen zelf, het willen wegblazen zelf.

Dat we inmiddels zo’n beetje allemaal met die oude patronen geïdentificeerd zijn geraakt, denkend dat het economisch verweer op samenleven, een rationeel iets is met een groot, onoverkomelijke waarheidskracht erin, betekent dat we zelf die overdonderpatronen steeds weer in alles blijven meeleuren, en daarmee een heel gebied wegvagen dat daardoor nooit haar zegje kan doen, laat staan kan laten zien dat ze in wezen alle economische overdonderpatronen vanzelf doorprikt.

In 2004 schreef ik in het boek over basisinkomens dan ook geen belastingtechnisch voorstel, omdat mijn boodschap was dat als we goed in contact komen te staan met onze waardebeleving bij het samenleven vanuit basisinkomens, dat we dat dan vanzelf wel in belastingen zouden gaan omzetten, als we het al via belastingen zouden willen doen. Want op dat moment had ik al gezien dat het antwoord gewoon in geld zelf zat, maar dat kreeg ik op dat moment nog niet verwoord. Ik zag het, maar ik kon het toen in 2004 nog niet helemaal aanwijzen. Dat kon ik sinds 2006.

En zo kwam alles stap voor stap verder, door me niets aan te trekken van de plek die economische praters altijd overal willen opeisen, om te vertellen dat dingen economisch niet kunnen. Ik wist zeker dat al dat economisch verweer niet gestoeld is op rationaliteit of op een vaststaande levenswaarheid. Ik wist zeker dat al dat geklets slechts een overgeleverde houding is, waarmee je zorgt dat je baasje over het leven kunt spelen. En juist door ‘Nee!’ te kunnen zeggen tegen mensen, jezelf die positie toe te eigenen, kan je je echt baas over het leven voelen: jezelf schikker over het leven voelen. Ik wist zeker dat er niets meer dan dat als eeuwenlang overgedragen patroon verborgen lag onder het feit dat een hele groep mensen menen dat ze uit naam van ‘de economie’, op allerlei fronten ‘Nee’ moeten zeggen tegen mensen. Ik wist zeker dat niet een bijzondere intelligentie of de zo geroemde ‘mannelijke rationaliteit als een soort levenswaarheid’ de kern was van al die economische weerstand op ons bestaan. Ik wist zeker dat het de weerstand zelf was die zichzelf slechts aankleedde met het met economische verhalen willen overrompelen van het leven. ‘Heb ontzag voor de grooteskheid van mijn economisch denken, heb ontzag voor mij, ik bepaal over het leven, ik reken het leven uit.’

Inmiddels heb ik mijn gelijk getoond, en dat betekent dat daarmee al onze kaders zijn veranderd. Onze denkkaders, onze waarnemingskaders, onze zelfbelevingkaders, alles.

Het blijkt inderdaad iets vreselijk simpels te zijn wat we altijd over het hoofd zagen, overdonderd door de eeuwige sikkeneurige Neeeeeee-schreeuw van iedereen die zichzelf de zogenaamde geweldige vertegenwoordiger van ‘de economie’ voelt.

Het kleine, het simpele, is dit:

  • Geld kunnen we aanmaken voor wat we maar willen
  • En dat geld kunnen we zichzelf dan beetje bij beetje vanzelf weer laten oplossen bij iedere transactie; bijvoorbeeld 5% bij iedere transactie.

En dit is wat ik sinds 2006 laat zien.

De grooteske economische angstbeelden zijn erin opgelost. De angsten voor de economie hebben altijd te maken gehad met het idee dat er belastingen geïnd moeten worden, om geld beschikbaar te krijgen. Maar als er ergens geld nodig is, dan kan dat gewoon aangemaakt worden, en er hoeft daarbij niet weer een angstbeeld opgeroepen te worden, het angstbeeld voor inflatie hoeft er niet te zijn: we kunnen het aangemaakte geld zichzelf gewoon weer beetje bij beetje laten oplossen. Alle financiële angstbeelden zijn er dus in opgelost.

We hebben hiermee dus een heel ander kader beschikbaar gekregen, om daarmee te kijken naar de dingen die we waardevol vinden in het leven.

En als je dat daadwerkelijk toepast op dingen die je belangrijk vindt, zoals bijvoorbeeld door het toe te passen op bestaansgeld, dan ga je allerlei verschuivende beelden mee maken, maar wordt vooral ook jouw eigen onderscheidend vermogen vergroot. Want dat wat nooit onderdeel was van het gesprek, omdat alle eenvoud altijd met economische angsten wegverklaard moest worden, werpt nu ineens een heel ander licht op alles.

Wat overblijft is dat mensen zo diep aangeleerd zijn om nooit buiten de oude reactiepatronen te treden, dat het nieuwe nadenken helemaal niet op gang komt.

Het verschil nu, met de jaren die sinds 1999 verstreken zijn, is dat ik toen, al die jaren, een kloppende impuls voelde, om de dingen die ik zag, naar buiten te brengen. Om ze van hun verboden, weggejaagde, weg gerefereerde, uitgestoten, verloren en dus haast niet meer benoembare staat, terug te brengen naar hun aanwezige, refereerbare, toepasbare staat. En dat terwijl ik in 1999 nog niet eens wist waar mijn pad toe zou leiden: ik kon alleen maar die kloppende impuls in mijzelf ervaren, en dat zelfbewustzijn, en die discrepantie tussen hoe het er aan toe gaat in de maatschappij, en het normale samenleven dat ik in mezelf ervaar, en dat ervaarbare bewustzijn dat het oude patroon in iedereen wil dat je je mond houdt als je je niet aan alle oude verklaringspatronen houdt. Ja, daar heb ik op mijn pad ook allerlei negatieve gevolgen van ondervonden, tot aan het ooit weggebonjourd worden bij een baan aan toe, omdat ik mijn visie openlijk op mijn websites plaatste. Er zomaar uitgeschopt kunnen worden als je de oude patronen ter discussie stelt, is precies de staat waar ‘de mens’ ooit kunstmatig ingeduwd is door de zogenaamde ‘bestuurders van het leven’.

En nu we weten en kunnen aantonen dat we helemaal niets kosten (ons bestaansgeld kost niets en nee dat geeft geen inflatie- of andere problemen), zien we dat het inderdaad waar is dat het antwoord dat nooit gegeven mocht worden (we kunnen zonder meer met zijn allen normaal bestaan), alleen maar altijd overdonderd is geweest door economisch complex praterij, en dat die complex praterij dus niet een vertoon van bijzondere intelligentie was. Het was het wegduwen zelf, waar al die economische complex praterij altijd onderdeel van was. En nu nog kan je je laten opleiden om er aan mee te doen en jou daarmee het gevoel te geven dat je met ‘grote zaken bezig bent’.

Na al die jaren terugkijkend, en me afvragend of het me het pad waard is geweest, kom ik op zowel het antwoord Ja als Nee.

Ja, omdat ik nu eenmaal dat bewustzijn en die impuls in me voelde leven, en ik dat haar eigen plek wilde geven, haar juist wel aanwezig wilde laten zijn op aarde. En dat is gebeurd. En het is vaak ook heel inspirerend geweest om hiermee (ook in co creatie) bezig te zijn. De vraag of veel anderen daar nu wel of niet wat mee gaan doen, is daarin voor mij geen eerste overweging merk ik: mijn impuls zat in het zorgen dat het wel allemaal zichtbaar, benoembaar, refereerbaar, toepasbaar, waarneembaar kon zijn. En dat heeft heel wat inspanning op allerlei vlak gekost. Maar dat was het het dus waard, want het moest er uit bij mij. Ik moest het zichtbaar maken, dat voelde als een urge bij mij. Ik moest ook zien in hoeverre ik er zelf naar kon leven, en in hoeverre ik zelf het oude daarin los kon laten. Die impulsen waren geen ‘voorgenomen dingen in mijn hoofd’, maar iets in mezelf waar ik niet aan kon ontsnappen.

Maar ik heb er ook heel veel door in moeten leveren, doordat de maatschappij op dit moment is wat ze is. En als ik daarnaar kijk, of dat het me ook waard is geweest, dan zeg ik Nee.

De essentie van het verschil tussen het Ja en het Nee, is dat als iemand zelf ook een innerlijke urge zou voelen om dingen waarvan je je bewust bent geworden, tot leven te brengen, dat ik dan begrijp dat er geen houden aan is. Je moet daarin doen wat je voelt dat je moet doen, zo werkt een impuls die zichzelf in je leeft nu eenmaal. Er is een reden waarom je je ineens heel helder (ook al is het in eerste instantie haast onbenoembaar), zo bewust bent van iets dat totaal niet klopt, en jij er op de 1 of andere manier een doorgang in lijkt te zien. Het heeft een reden waarom dat in jouzelf plaatsvindt, en als je al niet eens aan jezelf gehoor geeft, dan houdt alles op. Dus je kunt niet anders dan handelen naar die impuls, ook al gaat dat helemaal voorbij aan alle conventies.

Maar omdat het uiteindelijk tot een vreemde breuk in mijn leven heeft geleid, zeg ik nu dat ik liever niet iemand geweest was die dat bewustzijn zo plotseling had. Ik zou liever iemand anders zijn geweest, zeg ik nu met terugwerkende kracht.

Ik wil niet doen alsof het pad een groot drama is geweest waarvan ik nu teruggeschrokken ben, want dat is niet zo. Het was heel inspirerend, en zoals gezegd: het kwam voort uit een bewustzijn en een impuls in mijzelf. En ik heb ook nare en zware dingen op dit pad meegemaakt, maar toch hebben die niet de overhand in mijn ervaring. Maar zoals gezegd heeft het uiteindelijk voor mezelf alleen maar tot een vreemde breuk geleid. Want het proces is afgelopen, en het is in een groot vat vol met niets aanbeland. Er is niets uit voortgekomen. Ik word niet gevraagd voor lezingen, er wordt dus niet eens lekker over doorgepraat, ik zie mensen het verder niet oppikken, niets. En ondertussen blijven overal in de social fabric de oude boodschappen zich verder vertonen, dus ik blijf tegen dezelfde discrepanties aankijken. Ik ben ook geen evangelist, dus ik ga niet proberen om koste wat het kost toch een vervolg hier op te kunnen geven. Nee, daar zit het voor mij niet. Ik schrijf nog wel steeds zo af en toe een krant of instantie aan. Maar toch, het is een doodgevallen parel.

Vanuit deze eind-ervaring denk ik nu: had ik dat bewustzijn dan maar niet gehad, dan was ik gewoon met het oude mee blijven doen, maar wat maakt dat uit. Aangezien het toch geen enkele betekenis heeft gehad dat ik mijn impuls wel gevolgd heb, en de dingen wel zichtbaar heb gemaakt, vind ik het nu per saldo toch zwaarder wegen dat ik ook offers heb moeten brengen in dit proces. En daarvan zeg ik: nee, dat is het niet waard geweest, juist omdat er in mijn eigen leven nu ook helemaal niets meer overgebleven is van alles.

Waarom kom ik met deze ontboezeming?

Omdat ik deze behoefte voel, als ik mensen zie schrijven: ‘Volg je pad!’, en dat soort dingen.

Ja, ‘volg je pad’. Maar ons normale pad op aarde is dat we zonder meer kunnen bestaan binnen het geheel. Wat nu ook zichtbaar is gemaakt met bestaansgeld.

Dus als je niet vanuit bestaansgeld leeft, dan volg je in essentie niet echt jouw eigen pad. Het kan wel zijn dat het ‘Jouw beste pad is dat je op dit moment kunt gaan, binnen the reality of the now’. En zo zie ik dat ook van mezelf: het was het beste wat ik kon doen, binnen de gegeven realiteit dat de wereld is waar ze is, en ik dat kloppend besef in me voelde leven.

Maar ik voel een grote weerstand om mijn pad te vertalen naar uitspraken als: ‘Ja, jij moet ook jouw eigen impulsen volgen!’.

Er is namelijk een belangrijk element geweest dat in mijn pulserend bewustzijn meespeelde, destijds in 1999, en later ook. En dat was het besef dat als we dat verloren, weggeduwde, antwoord niet boven tafel zouden krijgen, als dat weggeduwd moest blijven, opgeofferd moest blijven aan het eeuwige vals-economische Nee, dat de dingen dan echt alleen maar verder en verder en verder mis zouden gaan. Naar de volgende generaties toe was dat voor mij een heel zwaar wegend besef.

Maar aangezien er steeds weer niets mee wordt gedaan, en de maatschappij ondertussen toch ook wel bewust is geworden dat het allemaal anders kan, maar alleen maar geïnteresseerd is in het kunnen aanhaken in de bekende verontwaardigingspatronen als: ‘Ze stelen ons geld, de bonussen moeten omlaag, en waarom moeten we rente betalen over geld dat we lenen’, had ik het allemaal net zo goed niet kunnen doen. En dus had ik net zo lief niet iemand geweest waarbij dat plotselinge bewustzijn binnenkwam, in 1999.

Aangezien ik die persoon wel degelijk ben, heb ik dat pad wel moeten gaan.

Maar nu ik het eindresultaat zie, zeg ik: ‘Als ik had mogen kiezen, dan was ik liever op aarde gekomen als iemand die niet in 1999 plotsklaps dat bewustzijn zou hebben. Dan zou ik ook echt wel gelukkig zijn geweest en zou ik ook echt wel inspirerende dingen gevonden hebben om te doen. Maar dan had ik mijn offers niet hoeven brengen. Want ik ervaar nu echt dat dat allemaal voor niets is geweest.’

Ik heb de behoefte om dit te benoemen.

Ik moet hier zelf maar een plek aan zien te geven. Dat is mijn eigen proces.

Maar ik ervaar de behoefte om deze eindconclusie over mijn eigen pad dat ik ben gegaan, te delen. Want ik ervaar dus echt dat het buiten mij om allemaal totaal voor niets is geweest, wat ik heb gedaan. En omdat het per saldo dus alleen wat voor mijzelf heeft betekent: dat ik die kloppende urge, die impuls, dat bewustzijn, getransformeerd heb naar wezenlijke inzichten en heel veel handelingsopties,…. tja… dat betekent dus dat ik dan net zo lief niet die kloppende impuls, niet dat bewustzijn, niet dat besef had gehad. Want het komt allemaal toch niet verder. Soms hoor ik mensen zeggen van wel, maar ik zie er niets van. Ik ervaar er niets van. Ik ervaar alleen dat ik iets gebracht heb, waar niets uit voort is gekomen. Dat ik daarmee gelijk heb in mijn boodschap, dat hetgeen waar het om gaat, in uitgestoten staat ligt in iedereen, is in wezen wel degelijk nuttig, maar toch, voor mij persoonlijk niet, omdat er nog niet 1 persoon de nieuwe ervaring heeft ontvangen.

Inmiddels kan ik door een stemband verlamming niet meer goed praten. Dus ik kan niet eens meer uitgenodigd worden voor lezingen, of wat dan ook. En dat laat nog dieper inzinken dat het voor mezelf totaal nutteloos is geweest dat ik geboren ben als iemand die in 1999 het volle bewustzijn, de volle innerlijke impuls zou ervaren, waar ik naar moest handelen. De offers zijn te groot geweest, voor iets dat tot helemaal niets geleid heeft. Dat ik mijn innerlijke urge wel kwijt ben, omdat alles in mij getransmuteerd is, dat is een ervaring die ik ook had kunnen hebben door helemaal die innerlijke urge nooit te voelen. Ik ervaar echt wezenlijk diepe nutteloosheid bij dit deel van mijn persoonlijke ervaring op aarde. Ik had liever zonder het bewustzijn geboren kunnen zijn. Dan had ik alle offering niet hoeven ervaren.

Deze ervaring van zinloosheid ligt in hetzelfde gebied als de totale zinloosheid van het leed waar zoveel mensen in geduwd worden. De mate van zinloosheid en de offering overtreft ver de mijne.

Maar goed, ik ben wel degelijk geboren met het Wezen dat ik ben. En dus ben ik wel degelijk blij dat ik het pad gegaan ben.

Moge hiermee heel helder zijn dat ik alleen maar geïnteresseerd ben in mensen die tot handelen komen. Alle nutteloze ervaringen hoef ik niet. Het blijven offeren van mensen hoef ik niet.